Een uitgestrekt gebied dat onder andere de zéér geliefkoosde appellatie Ribera del Duero herbergt, thuisbasis van onder andere Vega Sicilia. Castilla y Léon is een immens groot gebied van maar liefst 94.000 vierkante kilometer. Wijnbouw vormt hier een belangrijk aandeel, naast allerlei andere landbouwpraktijken.
Het grootste deel is geconcentreerd in het dal van de Duerorivier, vooral dan voor de DO-wijnen van Rueda, Toro, Cigales en Ribera del Duero.
Bierzo vormt dan weer een uitzondering, deze ligt in de uithoek van Castilla y Léon, aan de grens met Galicië. Deze waterloop loopt dan door in Portugal waar hij Douro heet, de ruggengraat van de gelijknamige portostreek.
Het overdeel van de wijnen buiten het Duerodal zijn VdT's en VdM. Vaak van een heel goede kwaliteit.
Druivensoorten
De witte druivenrassen die hier gebruikt worden zijn :
En voor rood :
Appellaties
Ook hier hebben we 5 D.O.'s, namelijk
De wijnen kunnen variëren van lichter en fruitiger, tot vol en krachtig, type syrah. Er wordt ook een zeer klein deel witte wijnen gemaakt, en dit van de doña blanca en godello, alsook palomino maar deze laatste zijn vaak van mindere kwaliteit.
De witte wijnen zijn iets minder geraffineerd dan die van het nabije Galicië maar toch nog fris en heel licht en fruitig.
Het voornaamste deel van deze wijnen zijn rood maar er bestaan ook roséwijnen. Voor rood is Tempranillo het belangrijkste druivenras, samen met de Franse rassen malbec, merlot en cabernet sauvignon.
Voor de roséwijnen is grenache de meest belangrijke, deze mag voor een klein deel aangevuld worden met het witte druivenras albillo.
Zoals bij vele Spaanse appellaties was vroeger de kwaliteit niet bepaald om over naar huis te schrijven, maar ook hier is -dankzij grote investeringen- dit er sterk op vooruit gegaan. Van zware, overrijke wijnen tot elegente, soepelere wijnen. Voor de rode wijnen is ook hier tempranillo of tinta de Toro heel belangrijk, alsook grenache. De roséwijnen bestaan hoofdzakelijk uit grenache, terwijl voor de witte wijnen malvasia heel belangrijk is, aangevuld met een percentje verdejo. De witte wijnen zijn eerder elegant en iets lichter terwijl de rode reserva's eerder krachtiger zijn en dus ook wel een stevig gerechtje kunnen verdragen, maar op een terrasje kan een Toro jovén ook heel goed smaken.
Over het algemeen hebben ze wel een extra graadje alcohol mee maar zoals eerder gezegd, er is een betere harmonie tussen alcohol en de rest in vergelijking met vroeger.
Er worden een hele resem van druivensoorten gebruikt hier :
Voor rosé is minimum 50 % tempranillo nodig, aangevuld dan met grenache en de witte druivenrassen viura, verdejo of albillo. Voor rode wijnen is minimum 85 % tempranillo vereist, aangevuld met cabernet sauvignon en grenache.
Het zijn vaak verrassend stevige rode wijnen, maar onthoud vooral de rosés, dit is echt het topniveau van Spanje qua rosé dan.
Dan bestaat er nog zoiets als Cigales nuevo gemaakt van voornamelijk tempranillo in een blend met witte rassen, dit is een fruitige wijn met niet zo veel alcohol en daardoor dus geliefd bij jonge mensen.