Zuid-Afrika is het enige Afrikaanse wijnland van betekenis. Dat komt vooral door het klimaat: van alle Afrikaanse landen ligt alleen Zuid-Afrika in de zone waarin het klimaat heel geschikt is voor wijnbouw. Behalve het klimaat is ook de bodem erg geschikt voor wijnbouw: Zuid-Afrika heeft veel verschillende bodems.
In de tijd van de apartheid (1960-1990) had Zuid-Afrika moeite om zijn wijnen te exporteren.
Er gold een boycot en bij importbedrijven van Zuid-Afrikaanse producten werden soms de ramen ingegooid. Na de afschaffing van de apartheid heeft de Zuid-Afrikaanse wijnbouw zich snel ontwikkeld.
Zuid-Afrika heeft nu ongeveer 100.000 hectare wijngaarden. Dat is ongeveer net zoveel als de wijnstreek Bordeaux of het wijnland Duitsland. De wijnboeren produceren samen ongeveer 9 miljoen hectoliter wijn per jaar. Gedeeltelijk wordt deze wijn verwerkt tot brandy, wijnalcohol. Zuid-Afrika is de achtste wijnproducent ter wereld; het land levert 3,1 procent van de wereldwijnproductie. Zuid-Afrika maakt ook druivenconcentraat.
In de kuststreek in het zuidwesten van het land liggen de meeste wijndistricten. Eén daarvan is Stellenbosch: het belangrijkste centrum van de Zuid-Afrikaanse wijnbouw. Hier liggen de meeste wijnbouwdistricten. Bij Kaapstad domineert de Tafelberg het landschap. De bodem in deze kustvlakte varieert van het zandsteen van de Tafelberg in het westen tot graniet op de hellingen verder naar het oosten.
In ‘Klein Karoo’ overheerst leisteen. De bodem van de valleien in dit gebied bestaat vooral uit zand en grind.
Het Zuid-Afrikaanse klimaat is koeler dan in veel andere gebieden die rond 34 graden ten zuiden van de evenaar liggen. Dit komt doordat de koelere Atlantische Oceaan en warmere Indische Oceaan hier samenkomen. Dat geeft neerslag. Bovendien loopt er een koude golfstroom vanaf de zuidpool naar het noorden langs de westkust van Afrika, die een matigende invloed op de temperatuur heeft. Zuid-Afrika heeft geen extreem hete zomers, en de winters zijn er mild en bijna vorstvrij. Jaarlijks valt er voldoende neerslag: de meeste neerslag valt tussen mei en augustus en varieert van 450 tot 1000 millimeter per jaar. Hierdoor is irrigatie niet nodig. De wijnbouw profiteert van deze klimatologische omstandigheden.
Het werk in een Zuid-Afrikaanse wijngaard verschilt weinig van dat in een Europese. Alleen begint het seizoen er in september en niet in februari, zoals in Europa. Zuid-Afrika ligt immers op het zuidelijk halfrond. Terwijl in Europa dan net de oogst begint, beginnen in Zuid-Afrika de wijnstokken uit te lopen. In januari begint de zomer in de Kaap. De meeste druiven worden in februari geoogst. Deze oogst gebeurt vrijwel overal nog handmatig.
Zuid-Afrika heeft erg veel kennis uit andere landen gehaald. Al in de zeventiende eeuw vestigden zich Franse Hugenoten in Paarl. Wijnstokken zijn uit de hele wereld geïmporteerd en de meeste wijnmakers hebben het vak geleerd in landen en gebieden als Frankrijk, Duitsland, Californië, Australië en Nieuw-Zeeland, vooral de jongere. De invloed van deze internationale kennis is merkbaar in de verschillende stijlen van wijnen uit Zuid-Afrika.
In Zuid-Afrika noemt men een druivenras of -variëteit ‘cultivar’. Dit is ook de aanduiding voor mono-cépagewijnen. Sinds 2000 is er een tendens dat er meer blauwe dan witte druiven worden aangeplant. De aanplant van druiven is nu vrijwel gelijkmatig verdeeld over witte en blauwe druiven. Het aandeel blauwe druiven neemt echter toe.
In Zuid-Afrika staan de volgende witte druivenrassen aangeplant:
Van de blauwe rassen zijn de volgende het belangrijkst: